Als waterkeringen zoals dijken en dammen gecombineerd worden met begroeide vooroevers, hoeven ze veel minder hoog en sterk te zijn. Dat is de conclusie van een proefschrift van de Nederlandse onderzoeker Vincent Vuik.
Om overstromingen te weren bouwen we van oudsher dammen en dijken. Maar dat gaat vaak ten koste van de natuur. De laatste tijd werken we meer en meer samen met de natuur (building with nature) om het risico op overstromingen te beperken. Dat concept passen we ook toe in het Sigmaplan.
Voor zijn proefschrift Building Safety with Nature, Salt Marshes for Flood Risk Reduction onderzocht Vincent Vuik welk effect begroeide vooroevers (specifiek schorren of kwelders) hebben op de kracht waarmee golven neerkomen op waterkeringen.
Golven verliezen kracht
“Begroeid voorland zorgt ervoor dat dijken een stuk minder hoog en sterk hoeven te zijn om toch de veiligheid te garanderen”, zegt Vuik in een interview met Waternetwerk, een Nederlands netwerk van professionals uit de watersector. Omdat de wortels van de begroeiing de bodem stabiliseren, verliezen golven namelijk veel kracht voor ze de dijk bereiken. “De golven die de dijkbekleding moet kunnen weerstaan, kunnen bijvoorbeeld wel 50 procent lager uitvallen.”
Door schorren aan te leggen, kan je waterkeringen dus optimaliseren. Vuik: “Het is een manier om ecologische rijkdom en veiligheid met elkaar te verbinden. Waterkeringen kunnen dankzij de natuur een stuk efficiënter worden.”
In dit filmpje zie je hoe schorren de golfslag afremmen: