Tijdens hun leven blijven vissen zelden op één plaats. Om op te groeien, zich te voeden of zich voort te planten, moeten vissen heen en weer kunnen zwemmen tussen verschillende waterlopen. Dat gaat van poldersloten tot rivieren en soms zelfs van en naar de zee. Vaak komen ze onderweg tal van obstakels tegen, zoals sluizen en stuwen.

In het Sigmagebied Kalkense Meersen namen we maatregelen om die knelpunten weg te werken en de vismigratie te vergemakkelijken tussen het gebied en de Schelde. Zo maakten we o.a. werk van de restauratie van de meander “Oude Schelde”: een vishabitat door de inrichting van ecologische oevers op de Kalkenvaart, de bouw van een vistrap tussen de getijdenrivier Schelde en de Oude Schelde en de connectiviteit tussen Schelde, Oude Schelde, Kalkenvaart en het hinterland.

Eerder werden al vistrappen gebouwd tussen de Kalkenvaart en de “regenwatergracht”, op de verbinding van Bellebeek en Schelde en werden de gebieden Bergenmeersen en Paardeweide-oost voorzien van visvriendelijke sluizen. Door het baggeren van beken en het aanleggen van glooiende oevers wordt het vishabitat verder uitgebreid.

 Kalkenvaart en Oude Schelde