Vorige zomer kampte het Oost-Vlaamse Schellebelle met een knijtenplaag. De kleine steekvliegjes plantten zich aan een razend tempo voort in het slib in de nabijgelegen natuurgebieden langs de Schelde. Om dat scenario dit jaar te voorkomen, is de Vlaamse overheid begonnen met graafwerken.

De eerste knijten zijn opnieuw gespot in de omgeving van Schellebelle (Wichelen). De Vlaamse Waterweg is daarom gisteren begonnen met de aanleg van een ‘vloedschaar’ in het natuurgebied Wijmeers in Wichelen, een ontpoldering. Er worden twee nieuwe bressen geslagen in de dijk langs de Schelde en er wordt een geul gegraven. Doel is om het gebied nog sneller af te wateren. Het water spoelt slib en voedingsstoffen weg, en gaat zo de ontwikkeling van de knijtenlarven tegen. De vloedgeul zorgt ook voor meer ruimte voor de Schelde, zodat de kracht van de getijdenwerking in de rivier afneemt.

Concurrentie

Een betere afwatering heeft nog op andere vlakken effect, zegt Lieven Nachtergale, projectcoördinator bij Natuur en Bos van de Vlaamse overheid, aan Het Nieuwsblad. “De parasieten die de knijten beconcurreren, komen dan sneller naar het gebied. Uiteindelijk zullen ook meer en meer vogels de weg vinden naar Wijmeers. Dat merkten we al in het project Scheldemeander Gent-Wetteren in Gentbrugge, waar we met dezelfde problematiek geconfronteerd werden.”

Van overgaande aard

Vorig jaar vonden knijten in het slib van het net ontpolderde Wijmeers de ideale biotoop om eitjes te leggen: verse slikken die regelmatig overstromen (vers slib dus). De aanhoudende warmte en de overheersende oostenwind gaf daar nog een boost aan. Als slikken voldoende droog komen te staan, of volledig onder water staan, zijn ze niet meer interessant voor knijten. Bovendien zal de kans op overlast mettertijd vermoedelijk sterk verminderen. Slikken die regelmatig overstromen zie je immers vooral in de beginfase van de ontwikkeling van een ontpoldering (zoals Wijmeers) of een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij (zoals Bergenmeersen, ook in Wichelen). Na enkele jaren evolueren de meeste slikken in getijdengebieden tot schorren en zal er wilgenvloedbos en riet tot bloei komen.

Tot aan bouwverlof

De graafwerken zullen enkele weken duren en worden voor het bouwverlof in juli afgewerkt. De werken worden deels gefinancierd door Europa, via het Interreg-project Immerse. Het is de eerste stap om de overlast van knijten te beperken. Intussen onderzoekt Natuur en Bos wat de meest efficiënte en duurzame oplossing is om knijten te bestrijden. Daarnaast is de Universiteit Antwerpen begin mei gestart met staalnames op het terrein om de knijtenproblematiek te onderzoeken.