Dijkwerken

Bij hoge waterpeilen moet de Demervallei meer water kunnen bergen. Waar dat kan, is het verlagen of openmaken van de dijk een noodzakelijke maatregel. Zo ontstaat meer ruimte voor de rivier om op geschikte plaatsen te overstromen en zo de natuurlijke waterberging te benutten. Zo kan het winterbed hersteld worden (het deel van de rivier dat enkel ’s winters onder water staat).

Op acht plaatsen langs de Demer verlagen we de dijk. Rond de waterbergingsgebieden bouwen we nieuwe veiligheidsdijken of verhogen we plaatselijk de bestaande dijk. Ook de winterbedding – het deel van de rivier dat in de winter onder water komt te staan − wordt op bepaalde plaatsen hersteld. Zo creëren we in de Demervallei net geen 2000 hectare aan gecontroleerde waterbergingsruimte.

De plaatsen waar we bressen in de dijk slaan, zijn aangeduid in het rood; de dijken die we aanleggen of verhogen zijn aangeduid in het paars.