Eind januari doken een vijftal velduilen op in het Zennegat, het recentst afgewerkte overstromingsgebied van het Sigmaplan. Opmerkelijk, gezien deze nomade zeldzaam is in Vlaanderen en Nederland. Een flitsbezoek dus, of toch weer niet?
Een geelbruin verenkleed met vaalwitte buik, felgele ogen en een ronde gezichtssluier. Op zondag 29 januari krijgen vogelspotters aan het Zennegat een opvallende gast in de lenzen van hun verrekijker. Een kennersoog herkent meteen de velduil (Asio Flammeus). In het hoog opgeschoten witte struikgewas is de uil bijzonder goed verstopt, maar zodra hij zijn vleugels spreidt is er geen twijfel meer mogelijk.
Muis is troef
Het vergt het nodige geluk om in Vlaanderen een velduil te spotten. De majestueuze vogel is een schaarse doortrekker. In het voorjaar migreert de velduil vanuit Zuid-Europa naar de Scandinavische landen om er te broeden. Een copieus dieet van veldmuizen, lemmingen en andere kleine knaagdieren lokt hem naar het noorden. Zijn er veel muizen te vinden, dan besluit de velduil soms om tijdens die trek onderweg te broeden, zoals dat de voorbije decennia bijvoorbeeld in Nederland regelmatig gebeurde.
“In Vlaanderen is de velduil nooit een blijver geweest. Een aantal jaar geleden hadden we enkele broedparen aan de kust, maar zoiets komt zeker niet elk jaar voor”, zegt Elias Verbanck van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). “Broeden doet hij liefst in een zelf gegraven kuil in open terrein: braakliggende akkers, grasland of moeras. Omdat deze habitats in verdrukking zijn, is de velduil bij ons allerminst een pleistervogel.”
Toch is het geen toevalstreffer dat de velduil net in Zennegat opdook, het laatst afgewerkte overstromingsgebied van het Sigmaplan, dat midden januari in werking trad tijdens het stormtij. “Het gebied is momenteel erg drassig en kent verschillende ruigere stukken, waar het gras hoog en wild opgeschoten is. Ideaal voor zo’n velduil. Eind januari foerageerden de gespotte uilen in de ruigtes aan de kanaaldijk van het Zennegat. Daar speurden ze bij valavond naar prooien in het struikgewas”, zegt projectleider Koen Deheegher van het ANB.
Getijdenvogels
Dit voorjaar wordt het Zennegat volledig afgewerkt en krijgt het gebied ook een gereduceerde getijdenwerking. Via een in- en inwateringsluis zal dagelijks een beperkte hoeveelheid water het gebied binnenstromen. Zo imiteert de sluis de werking van het getij en vormt er zich in het gebied een glinsterend landschap van slikken, schorren en riet.
Omdat ook vissen (via de sluis) het gebied binnenzwemmen, zien we nu al een bonte waaier aan vogels in het Zennegat. Ganzen, eenden en smienten bijvoorbeeld, tijdens de voorbije winterweken. Vanaf de lente, en de realisatie van de getijdenwerking, komen daar ook steltlopers en rietvogels bij. Die waterrijke omgeving zal niet langer een trekpleister zijn voor de velduil. Hij krijgt in andere Sigmagebieden een meer geschikte habitat om (hopelijk) te nestelen. In de bloemrijke graslanden van de Durmevallei bijvoorbeeld, waar in het voorjaar van 2015 nog een velduil opdook.