Uit deze gefaseerde bodemonderzoeken blijkt dat er een historische verspreiding is van zware metalen in het valleigebied van de Grote Nete. Deze verspreiding werd zowel in de waterbodem als in het historische buitendijkse valleigebied van de Grote Nete gevonden. De veronderstelling van de deskundigen is dat door historische overstromingen (van voor de dijkverhogingen van de Grote Nete) de verontreiniging zich landinwaarts kon verspreiden. Door de verhoging van de dijken door de rechtsvoorgangers van De Vlaamse Waterweg nv werd deze verspreiding vanuit de Grote Nete gestopt richting het hinterland, maar dat neemt niet weg dat een deel van de verontreiniging zich op dat moment al had verspreid.
Administratief bodemattest
De bodemonderzoeken uitgevoerd in opdracht van de OVAM zijn echter niet volledig afgerond. De OVAM heeft beslist dat De Vlaamse Waterweg nv als beheerder van de waterloop vanaf nu moet instaan voor de verdere afwerking van de bestaande gefaseerde beschrijvende bodemonderzoeken.
Ook het gebied tussen Zammel en Oosterlo moet worden onderzocht. Doordat de OVAM deze gefaseerde beschrijvende bodemonderzoeken effectief heeft gepubliceerd, werd elke eigenaar in het valleigebied automatisch aangeschreven en werd automatisch door de OVAM een nieuw administratief bodemattest voor de betrokken percelen bezorgd aan deze eigenaars onder de vorm van een ‘standaardbrief’. Deze laatste stap heeft hier en daar voor enige verwarring gezorgd, aangezien de bodemonderzoeken nog niet zijn afgerond.
Het is wel al duidelijk dat er een algemene verspreiding van zware metalen werd waargenomen in de eerste fase van bodemonderzoeken – al is er volgens de OVAM momenteel geen gevaar voor de volksgezondheid. De nadruk ligt op het niet verder laten verspreiden van de verontreiniging. Het is dus niet zo dat er onmiddellijk voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden, maar voor het gebruik van de gronden formuleert de OVAM nu een aantal ‘gebruiksadviezen’. Deze dienen om een eventuele blootstelling en/of eventuele verspreiding tot een absoluut minimum terug te brengen.
Bijkomend bodemonderzoek
De door de OVAM aan De Vlaamse Waterweg nv gevraagde bijkomende bodemonderzoeken zullen meer duidelijkheid moeten brengen over de aard en de omvang van de verontreinigingsgraad op de respectievelijke percelen in de Netevallei. Momenteel is De Vlaamse Waterweg nv in volle voorbereiding om experten aan te duiden om de bestaande gefaseerde bodemonderzoeken te vervolledigen en het bijkomende stuk stroomopwaarts aan Zammel te onderzoeken. De Vlaamse Waterweg nv is namelijk zelf geen expert in het opmaken van dergelijke onderzoeken en moet een beroep doen op erkende bodemsaneringsdeskundigen.
Het hele traject tussen Lier en Oosterlo moet bijkomend worden onderzocht en voor het traject Zammel-Oosterloo moet zelfs van nul gestart worden. De inschatting is dat het nog ca. drie jaar zal duren voor het bijkomend bodemonderzoek is afgerond en we absolute duidelijkheid hebben over de verontreiniging en eventuele maatregelen. Op dit moment is het echter nog niet duidelijk welk type maatregelen eventueel van toepassing zou kunnen zijn.
De Vlaamse Waterweg nv maakt de komende jaren alvast de nodige middelen en mensen vrij om als waterwegbeheerder van de Grote Nete aan de opgelegde verplichting van de OVAM te voldoen en, zo snel als mogelijk, de nodige duidelijkheid te kunnen geven aan de bewoners in het valleigebied van de Grote Nete.