Nadat een eerste meander nabij Vinkenberg (Scherpenheuvel-Zichem) in 2019 opnieuw met de Demer werd verbonden, volgden in de lente-zomer van 2020 nog enkele meanders tussen Aarschot en Rotselaar. Met succes, zo stelt de onderzoeksgroep ECOSPHERE van de Universiteit Antwerpen twee jaar later vast. Want ondanks de ravage die de waterbom in juli 2021 in de Demervallei aanrichtte, zien we toch al positieve resultaten in de aangesloten meanders.
Visbestand herstelt zich na waterbom
De waterbom midden 2021 had ook voor het leven in de Demervallei nefaste gevolgen. De overstromingen leidden tot afstervende vegetatie en een tijdelijke zuurstofloze situatie, met massale vissterfte tot gevolg. Een jaar later heeft de Demer zich gelukkig al wat hersteld, met zelfs een licht verbeterd visbestand. Tot dit herstel hebben ook de aangetakte meanders bijgedragen. Zo noteerde het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) een jaar na de heraansluiting van de eerste meander nabij Vinkenberg een grote aanwezigheid van de jonge kopvoorn.
Ook in de bevissingen van het najaar 2022, uitgevoerd door ECOSPHERE, bleek de jonge kopvoorn – samen met andere gelijkaardige vissoorten – weer sterk aanwezig in de meander van Vinkenberg én de meander ter hoogte van Aarschot. Opvallend: in de meander van Rotselaar zien we vooral jonge blankvoorn (55%), naast kopvoorn (19%). Dat heeft te maken met de grote dynamiek aan stroomsnelheid in de meander, waardoor er meer geschikte paaiplaatsen zijn voor diverse soorten. Want waar de kopvoorn voornamelijk paait in snelstromend ondiep water, verkiest de blankvoorn zwak stromend ondiep water onder de oever.