Het gecontroleerd overstromingsgebied Paardeweide, een deelgebied van de Cluster Kalkense Meersen, is een paradijs voor vissen. Ze vinden er kalm, ondiep water: ideaal als paaigebied (om zich voort te planten) en om jonge visjes groot te brengen.
Met vistrappen en visvriendelijke sluizen helpen we vissen op weg. Om na te gaan of die vistrappen het gewenste effect hebben, startte het ANB dit voorjaar een onderzoek op. Koen Simons stak mee de handen uit de mouwen als stagiair. “Ik studeer toegepaste biologie aan de Aeres Hogeschool in Almere. Tijdens een netwerkdag kwam Dominiek Decleyre, projectleider bij het ANB, een presentatie geven over vismigratie in het Sigmagebied de Kalkense Meersen. Een van de verplichte onderdelen van mijn opleiding is een buitenlandse stage, en wat Dominiek vertelde sprak me heel erg aan. Dus vroeg ik of hij misschien een plek voor mij had. In mei mocht ik beginnen.”
Primeur
Met behulp van schietfuiken, langwerpige netten, onderzocht Koen Simons welke en hoeveel vissen aanwezig waren in de Bellebeek en in Paardeweide. “Eén schietfuik heb ik uitgezet in de vistrap in de Bellebeek en een boven de vistrap. In Paardeweide stond er een fuik tussen de vistrap en de sluis (waarlangs het water naar de Schelde stroomt), in de vistrap en aan de inlaatconstructie bovenin het gebied.”
Het resultaat? “In de Bellebeek hebben we voor de eerste keer bot gevangen. Dat is de enige platvis die vanuit de zee naar zoet water zwemt. Het waren heel jonge exemplaren van 2 tot 13 centimeter. In de fuik in de vistrap zaten ook heel veel palingen. De medewerkers van het ANB waren aangenaam verrast.”