Aantakking aan de Schelde.
De Sigmawerken transformeerden het oostelijke deel van Paardeweide in een rietatol. Bij hoogtij stroomt het water via de meest oostelijke sluis het gebied in. Bij laagtij stroomt het terug naar de Schelde via een vistrap aan de westelijke kant. Daardoor is het gebied aangetakt aan de Schelde, zonder dat er tijdenwerking ontstaat. De constante verversing van water is belangrijk voor de waterkwaliteit.
Op maat van vissen en vogels.
Langs zowel de in- als de uitwatering krijgen vissen de vrije baan tussen de Schelde en het overstromingsgebied. Het gebied werd ook ingericht als een afwisseling van diepere zones met open water en ondiepe zones met rietvegetatie. De overvloed aan vissen en de specifieke inrichting maken van deze plek het ideale gebied om voedsel te zoeken voor heel wat visetende vogels, zoals aalscholvers, lepelaars en de kieskeurige roerdomp. Daarvan vind je nu dus 4 tot 6 exemplaren in het oostelijke deel van Paardeweide.
Deze natuurinrichting is uniek in Vlaanderen. Dat het werkt, blijkt uit het feit dat de roerdompen hier zoveel voorkomen (6 exemplaren op 25 ha) en ook andere viseters hier hun plekje vinden.