De scholieren trotseerden barre weersomstandigheden voor hun bezoek aan Bergenmeersen. Op het terrein lichtte projectleider Dominiek Decleyre van het ANB toe hoe het Sigmaplan de veiligheid in de Schelderegio verhoogt en er tegelijk zeldzame natuurwaarden herstelt. Daarvoor is nauwelijks een geschiktere plaats in te denken dan de Cluster Kalkense Meersen. In dat project komen zowat alle verschillende inrichtingen die het Sigmaplan voorziet aan bod.
Veiligheid, natuur en recreatie
Bergenmeersen zelf krijgt van Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) en het ANB een inrichting als gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij (GOG-GGG). Dat betekent dat Bergenmeersen bij extreme weersomstandigheden veilig onder water kan lopen. Een ringdijk rond het gebied zorgt ervoor dat achterliggende woonkernen niet onder water komen te staan. Na een overstroming kan het water terugvloeien naar de Schelde, zodra het waterpeil van de rivier is gedaald.
Bergenmeersen zal wellicht hoogstens tweemaal per jaar onderstromen. Zo krijgt zeldzame natuur er de kans om zich te ontwikkelen. Op het ritme van eb en vloed laat de slimme sluis, die al in 2013 in werking trad, water het gebied in- en uitstromen. Ze bootst op die manier het effect van de getijden na. Op den duur vormen zich zo slikken, schorren en wilgenvloedbos. Niet alleen planten en dieren profiteren van die natuurlijke rijkdom in Bergenmeersen. Ook mensen kunnen zich er tegoed aan doen vanaf het wandelpad en het uitkijkplatform.
Praktijkles knotten
In de namiddag kregen de scholieren er een unieke aanvulling op hun lessenpakket. Ze gaven de jonge bomen langs de nieuwe Sigmadijk tussen Wetteren en Aard hun eerste of tweede knotbeurt. Dat moet gebeuren op een moment dat er aan de bomen geen bladeren meer hangen, maar het nog niet vriest.
Knotbomen maken al honderden jaren deel uit van de Vlaamse natuur. Vooral in riviervalleien en meersen zijn knotbomen zowat onlosmakelijk verbonden met het landschapsbeeld. Ze zijn niet alleen mooi, maar komen ook de biodiversiteit ten goede. Tal van planten en dieren vinden een geschikte leefplek rond of in knotwilgen. Denk maar aan de steenuil, die er graag zijn nest bouwt. Om te beletten dat knotbomen openscheuren en sterven, moeten ze elke vijf à zeven jaar opnieuw worden geknot.