Het is een kwestie van toeval. De tropische stormen die rond de Caraïben ontstaan en afbuigen richting Europa, luiden ofwel een indian summer in, of zadelen ons op met stormachtig weer. Helt de balans over naar storm, dan lopen we tot ver in het binnenland kans op overstromingen.
Opgestuwd zeewater
In de herfst en de winter kunnen overstromingen weer vaker voorkomen. Springtij is het tweewekelijkse fenomeen waarbij het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Als springtij samenvalt met een noordwesterstorm op de Noordzee, is er sprake van stormtij. Het zeewater wordt dan extra opgestuwd richting de Schelde. In Antwerpen meten we hoogwaterstanden van minstens 6,6 meter boven de zeespiegel. Vanaf een waterpeil hoger dan 7 meter boven de zeespiegel spreken we van gevaarlijk stormtij.
Omdat de Schelde en haar zijrivieren tot diep landinwaarts onder invloed staan van de getijden van de Noordzee, kunnen er als gevolg van stormtij tot in Gent overstromingen optreden. Met gecontroleerde overstromingsgebieden en hogere en stevigere dijken maakt het Sigmaplan daar komaf mee.
Druk verlichten
Om Vlaanderen tegen de gevolgen van stormweer te beschermen, lanceerde de Vlaamse overheid in 1977 – één jaar na de overstromingsramp in Ruisbroek – het Sigmaplan. Dat werd in 2005 aangepast aan de nieuwe wetenschappelijke inzichten. Sindsdien houdt het Sigmaplan ook rekening met de klimaatverandering, die het risico op overstromingen verhoogt, en maakt de ontwikkeling van riviernatuur deel uit van de doelstelling. De Vlaamse Waterweg nv en het Agentschap voor Natuur en Bos voeren het Sigmaplan uit. Langs de Schelde en haar zijrivieren richten we gecontroleerde overstromingsgebieden en natuurlijke buffergebieden in. Die vangen overtollig water op bij stormtij en hevige regenval. Zo wordt de druk op de dijken verlicht. Vijftien overstromingsgebieden telt Vlaanderen op dit moment. De meeste daarvan traden de voorbije jaren in werken tijdens stormweer, de laatste keer was op 3 januari. De Polders van Kruibeke – met 600 hectare het grootste gecontroleerd overstromingsgebied in Vlaanderen – trad toen voor de eerste keer in werking. Tegen 2030 zullen er verspreid over een groot deel van Vlaanderen zo’n twintig overstromingsgebieden liggen. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld aan de slag in De Bunt (Hamme), Grote Vijver (Mechelen), Vlassenbroek (Dendermonde) en Wal-Zwijn (Hamme).
We voeren ook dijkwerken uit. Om hoge waterstanden tegen te houden, pakken we maar liefst 645 kilometer dijken aan. Zo hebben we al dijken verhoogd en verstevigd in Schellebelle, Melle, Boom en tussen het Noordkasteel en Fort Sint-Filips in Antwerpen. Momenteel pakken we de dijken aan tussen Fort Sint-Filips en Lillo. Met elk project is Vlaanderen weer beter gewapend tegen extreme weersomstandigheden.
Natuur leeft op
Het Sigmaplan werkt mét de natuur om Vlaanderen tegen overstromingen te beschermen. Dat heeft niets dan voordelen. In natuurlijke buffers kunnen we veel water bergen, terwijl de natuur er volop haar gang kan gaan. Zo werken we met het Europese project SPARC oplossingen uit om de Schelde via unieke riviernatuur nog beter te wapenen tegen de klimaatverandering.
De extra middelen die we via SPARC van Europa krijgen, zetten we in op vier pijlers voor acht Sigmagebieden in Dendermonde, Hamme, Temse, Waasmunster en Bornem: meer ruimte creëren voor de Schelde, getijdennatuur herstellen en zo de veerkracht van de natuur tegen de klimaatverandering vergroten, kennis delen en tot slot bewoners en bezoekers informeren over het project en de beleving van de gebieden vergroten, onder meer via natuurbelevingspaden, natuurouders en ambassadeurs.
Alle actuele informatie over overstromingsrisico, getijden en neerslag kan je vinden op www.waterinfo.be