Te midden van het industriële Antwerpse havenlandschap ligt een verborgen pareltje: Lillo. De naam van het Scheldedorp stamt wellicht af van de Germaanse woorden ‘linda’ (lindeboom) en ‘lo’ (bos). Veel avontuur doen die termen niet vermoeden, maar toch barst de geschiedenis van Lillo van de verhalen.

Door zijn strategische ligging aan de monding van de Schelde was Lillo de gedroomde pion in tal van historische verdedigingsplannen. Het dorpje moest de afgelopen eeuw grotendeels wijken voor de uitbreiding van de Antwerpse haven. Maar Lillo heeft ook een kleurrijke geschiedenis met tal van bijzonderheden en legendes. 

Kasteel

In 840 sprak men al van Lindelo, maar het Scheldedorpje kreeg pas meer cachet in 1366 met de bouw van een heus kasteel, dat intussen alweer verdwenen is. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) liet Willem van Oranje er de befaamde forten Lillo en Liefkenshoek bouwen aan weerszijden van de Schelde. Datzelfde jaar al, in 1584, bliezen de Spanjaarden de dijken en de sluis op en liep het dorpje onder water. In 1831, tijdens de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, was het weer zover. De inwoners moesten zich noodgedwongen zestien jaar lang in hutten verschansen. Lillo is dan ook pas negen jaar na de rest van België onafhankelijk verklaard.

Gehuchten onder het zand

Lillo behoort tot de polderdorpen ten noorden van Antwerpen. Oorspronkelijk bestond het dorpje uit een aantal gehuchten: de oude dorpskern Oud-Lillo, Lillo-Kruisweg en Fort-Lillo. Daarnaast heb je ook nog de potpolder van Lillo, die in 2012 in het kader van het Sigmaplan ontpolderd werd om de Schelde meer ruimte te geven om te overstromen. Zo ontstaat er getijdennatuur die de Schelde doet herademen. Begin jaren 60 verdwenen Oud-Lillo en Kruisweg samen met Oorderen, Wilmarsdok en Oosterweel ten voordele van de Antwerpse havenuitbreiding. Van Berendrecht en Zandvliet werden ook delen ondergespoten met bagger, maar de woonkernen bleven grotendeels gespaard. Ook de kleine woonkern binnen Fort Lillo bleef.

Krabbenvangers en gansrijders

“Jij komt van Lillo zeker?” In Zeeuws-Vlaanderen betekent die uitdrukking dat iemand zich van den domme houdt. Het stadje, diep verscholen in het havengebied, was immers zowat afgesloten van de rest van de wereld. De Lillonaren hielden er bovendien bijzondere bezigheden op na. Zo vingen ze krabben die ze daarna kookten en verkochten, wat hen de naam ‘krabbenvangers’ opleverde. Maar ook gansrijden was én is een geliefkoosd tijdverdrijf. Bij dit folkloristische spel wordt een (dode) gans aan een galg gehangen. Deelnemers te paard proberen de kop eraf te trekken en de winnaar wordt tot koning gekroond. In 1973 werd de Ware Gans opgericht, een vereniging met als doel de verdwenen ‘gansrijdersmaatschappij’ van Lillo-Kruisweg te vervangen. De Ware Gans bestaat nog steeds en sinds 2010 nemen ook vrouwen deel aan het gansrijden – per fiets dan wel.

 “Het Poldermuseum vormt de ziel van de Antwerpse Polder”
Gert Simons, Poldermuseum Lillo

In het Poldermuseum vind je alles terug over de geschiedenis van Lillo. Het museum werd in 1959 opgericht naar aanleiding van het verdwijnen van de polderdorpen Lillo, Oorderen, Oosterweel en Wilmarsdonk. Gert Simons, secretaris Poldermuseum Lillo: “Het museum wil de zeden en gebruiken van de polderbevolking bewaren. Het vormt dus als het ware de ziel van de Antwerpse Polder.”

De inwoners van Lillo doen hun bijnaam ‘krabbenvangers’ alle eer aan. Ook gansrijden was populair in Lillo. De winnaar werd tot koning gekroond.